Terug naar Home

Hulp bij zelfdoding

Zelfdoding of suïcide werd voorheen ook wel zelfmoord genoemd. Aangezien ‘moord’ altijd in de context van rechtsspraak wordt gebruikt, is de naam veranderd in een term die alleen de feitelijke daad aangeeft. Dat maakt de daad daarom nog niet minder ernstig!

In toenemende mate worden euthanasie en (hulp bij) zelfdoding op één lijn gesteld.

Nu hulp bij euthanasie, hoewel naar de letter nog steeds verboden, steeds meer door niet-medici verleend wordt, ligt het in de lijn der verwachting dat op steeds meer psychiatrisch verpleegkundigen een appèl gedaan zal worden om hulp bij suïcide te verlenen.

Motief

Hoe komt iemand zover om de hand aan zichzelf te slaan?
Suïcide kan rechtstreeks voortkomen uit een psychiatrische ziekte (hallucinaties, wanen, vreselijke gedachten, depressie), of het gevolg zijn van “ernstig, ondraaglijk, meestal langdurig psychisch/psychiatrisch (soms lichamelijk) lijden”.

Het is echter ook vaak een (uiterst) middel om een bepaald doel te bereiken (einde aan dit lijden: balans-suïcide; schreeuw om aandacht, liefde of begrip), uit wraak (het opzettelijk willen opschepen van de omgeving of nabestaanden met intense schuldgevoelens) of uit pure wanhoop, al dan niet impulsief ingegeven. Onder balans-suïcide wordt verstaan suïcide die gepleegd is nadat de betrokkene all voors en tegens tegen elkaar afgewogen heeft en tot de conclusie komt dat hij/zij in de gegeven situatie het beste af is met een zelfgekozen dood, met alle consequenties van dien.

Zelfdoding betekent doorgaans voor de persoon in kwestie het einde van een als ondraaglijk ervaren (psychisch) lijden. Dit is dan wel gezien vanuit het perspectief dat, als er al een bestaan is na dit leven, dit niet erger kan zijn dan de situatie op het moment van de suïcide.

Voor de achterblijvenden betekent het bijna altijd het begin of de verergering van lijden en het heeft een grote -levenslange- impact! Een afscheidsbrief kan soms veel verklaren, maar ook soms nabestaanden nog eens extra kwetsen. Vaak blijven er veel (schuld)vragen achter bij de omgeving. Veelal worden de nabestaanden gemeden door de schande die het bij velen oproept, maar vooral omdat omstanders niet weten hoe men er mee om moet gaan en hoe er gereageerd moet worden. Voor de nabestaanden is dit een extra belasting. Na een suïcide is er grotere kans op gestoorde rouw­verwerking bij de nabestaanden!

Preventie

De preventie van suïcidaal gedrag is van groot be­lang:

  • Uit onderzoek is gebleken dat mensen die eenmaal een suïcidepoging on­dernomen hebben, een zeer verhoogd risico lopen op het doen van nog een poging. Volgende pogingen zijn bovendien meestal ernstiger / gevaarlijker, zodat het uiteindelijk alsnog in de dood kan eindigen.
  • Een belangrijk deel van de suïcides is wellicht te voorkomen, omdat het vaak gaat om psychische stoor­nissen die te behandelen zijn. Als die succesvol behandeld zijn, vervalt vaak de hele doodswens.
  • Een (niet-dodelijke) suïcidepoging heeft vaak allerlei nadelige gevolgen; zoals lichamelijke en/of cognitieve beschadigingen, soms ten gevolge van de overdosis/vergiftiging, mislukte ophanging, of net niet dodelijke verwonding.
  • Veel pogingen leiden tot een ziekenhuisopname en hebben stigmatise­ring tot gevolg; zij vormen mogelijkerwijs een aanzet tot een psychiatrische carrière.
  • Bij preventie van suïcide moet ook gedacht worden aan de nabestaan­den: Per jaar plegen in Nederland ruim 1500 mensen suïcide (geregistreerd). Stel dat tenminste ge­middeld 5 perso­nen nauw betrokken zijn bij één suïcidant, dan zijn er per jaar zo'n 7.500 mensen wier leven ingrijpend hierdoor beïnvloed of bepaald gaat worden.
  • Tijdige herkenning van het voortraject (suïcidaliteit) is een belangrijk instrument in de preventie.
  • Een christen(-hulpverlener) belijdt dat God levensbegin èn levenseinde bepaalt. Alleen daarom al is het een onrechtmatige daad om zelf tijd en wijze van het sterven te bepalen. Wanneer een patiënt niet meer in staat is om voor zijn eigen leven in te staan, dient de hulpverlener en hulpverlenende instantie hem tegen zichzelf te beschermen.
  • Van groot belang is bij verdenking op suïcidaliteit (en dit komt veel vaker voor dan men denkt!) - door te vragen in hoeverre iemand hier mee bezig is; mensen komen er zelden zelf mee. Blijf in contact (maak geen verwijten) en regel professionele hulp.

Suïcidaliteit

Hieronder wordt verstaan het denken en fantaseren over de dood, vooral de zelfgekozen dood. Dit doet zich met name voor wanneer mensen geen uitweg meer zien in de situatie waarin ze zijn vastgelopen. De frequentie en ernst kan variëren: van er eens aan denken tot het maken van concrete plannen over het hoe, waar en wanneer. Deze gedachten en fantasieën kunnen de (dan al beperkte) belevingswereld (geheel) domineren. Zo kan het idee ontstaan dat suïcide nog het enige is, wat overblijft om aan een toestand of situatie een einde te maken. De dominantie van dit beeld in de psychische wereld, gaat doorgaans ten koste van van de geloofsbeleving.

Risico-factoren

Meerdere factoren tegelijkertijd verhogen het risico aanzienlijk!

  • depressie, psychiatrische stoornis
  • alcohol/drugs misbruik
  • recent of langer geleden: traumatische levensgebeurtenis, incest, seksueel misbruik
  • ziekte, recent verlies, uitwijzing (asielzoekers), statusverlies
  • eenzaamheid/sociaal isolement; gepest worden
  • deviantie (afwijkend gedrag; nergens bij horen)
  • suïcidale communicatie, suïcidale voorbereiding
  • suïcidaal model in de omgeving
  • eerdere suïcidepoging
  • Suïcide in cultuurhistorisch perspectief

Negatieve status

De opvattingen over suïcide zijn nogal aan veranderingen onderhevig geweest:

  • Het verwijt van egoïsme: "Het is iemand die zijn eigen wil, wensen, emoties en problemen laat prevaleren boven die van anderen en/of de samenleving”.
  • Ongehoorzaamheid jegens God: Overtreding van het gebod "Gij zult niet doden"; "God wikt en beschikt, je moet afwachten tot het je tijd is”.
  • Op suïcidepogingen stond soms de doodstraf en aan slaven was suïcide niet toegestaan. De straffen waren vaak verbijsterend: het lijk van degene die de hand aan zichzelf had geslagen werd onteerd en geëxecu­teerd. Vaak werd een vork of staak door het lijk heen gestoken en werd het tentoon­gesteld, opgehangen aan de voeten.
  • De familie of nabestaanden werden onteerd. Goederen werden ver­beurd verklaard. Voor zover het lijk werd begraven, gebeur­de dat buiten de kerkhofmuren, in 'ongewijde' aarde. Soms werd het lijk gewoon ergens wegge­worpen als prooi voor de wilde dieren.

Positieve status

Sommige culturen kenden (en soms nog steeds) de zogenaamde insti­tutionele suïcides.

Het betreft hier onder bepaalde omstandigheden toegestane of zelfs voorgeschreven suïcides.

Een voorbeeld is het door de weduwe volgen van de gestorven echt­genoot in de dood, wat tot ver in de vorige eeuw in India gebruik was. Ook de kamikaze door Japanners in de Tweede Wereldoorlog is een bekend voor­beeld. Evenals de kapitein die weigert zijn zinkend schip te verlaten. Dergelijke suïcides werden en worden soms nog, als eervol be­schouwd.

Sommige sekten plegen collectief zelfmoord op gezag van de leider om de Dag des Oordeels niet te hoeven afwachten.

Suïcide van hen die te zwak of te oud waren en wier bestaan mis­schien zelfs een bedreiging vormde voor het voortbe­staan van de anderen was in sommige culturen gebruikelijk. Dit was tot in de afgelopen eeuw een aanvaarde reden voor o.a. Eskimo's in Noord-Amerika en Papoea’s.

Praten over zelfdoding kan bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon 0900-0113 of 113.nl.

Klik hier voor artikelen in de Nationale beroepscode voor verpleegkundigen en verzorgenden in relatie tot gewetensbezwaren.

Laatst gewijzigd: juli 2019