Terug naar Niet-reanimeren

Juridische aspecten

Reanimeren is met name iets dat eerstehulpverleners zoals BHV-ers ooit eens in de praktijk zullen moeten doen, maar regelmatig de taak is van artsen en ambulancepersoneel. Binnen de ambulancewereld geldt dat, wanneer iemand niet conform het protocol werkt, hij in beginsel strafbaar is. Die strafbaarheid geldt niet wanneer diegene duidelijk kan motiveren waarom er afgeweken is van het protocol. In beginsel wordt er door een ambulancehulpverlener dan ook altijd gestart met reanimatie.

Omdat het hier vooral gaat over een zorgsetting anders dan in het ziekenhuis (omdat daar vaak minder onduidelijkheid heerst omtrent het NR-beleid), is het goed motiveren en reguleren van het reanimatiebeleid binnen de instelling van belang. Diverse wetten geven het juridisch kader.

Juridisch gezien is niet reanimeren (NR) niets anders dan het afzien van of niet inzetten van een medisch geïndiceerde behandeling. Het is de (hoofdbehandelend) arts die het beleid rondom wel of niet reanimeren bepaalt en daarin de eindverantwoordelijkheid draagt. Dit betekent echter niet dat de verpleegkundige daar geen rol in heeft.

De WGBO

In de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst zijn de rechten en plichten van de patiënt en de hulpverlener/arts geregeld. Het ideaal achter de WGBO is dat een patiënt goede en volledige informatie krijgt en dan kan afwegen welke behandeling deze wil. De WGBO regelt de beslissingsbevoegdheid van de patiënt.

Eén van de belangrijkste onderdelen van de WGBO met betrekking tot het NR-beleid is de informatieplicht en de toestemmingsvereiste (“informed consent”). Zonder toestemming patiënt geen behandeling. Bij reanimatie kan dat eenvoudigweg niet. Mogelijk draagt het slachtoffer een wilsverklaring bij zich inhoudend dat deze niet gereanimeerd wil worden. Omdat daarvan niet mag worden uitgegaan en ernaar zoeken kostbare tijd is, moet in beginsel direct met de reanimatie gestart worden. De praktijk is soms sterker dan de leer.

De verpleegkundige heeft de plicht de wensen van de patiënt inzake wel of niet reanimeren aan de arts door te geven, zo nodig de arts te wijzen op diens informatieplicht en eigen acties en observaties te rapporteren in het verpleegkundig dossier.

De Kwaliteitswet Zorginstellingen

De Kwaliteitswet Zorginstellingen (KWZ) verplicht elke zorginstelling tot levering van verantwoorde zorg via bewust beleid en kwaliteitssystemen. De instelling heeft hierdoor ook verantwoordelijkheden ten aanzien van het NR-beleid. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat de instelling zich inspant om maatregelen te treffen, bijvoorbeeld d.m.v. protocollering, die ervoor zorgen dat het beleid rondom reanimeren bij alle personeelsleden bekend is en door hen wordt toegepast.

De Wet BIG

De Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg is (ook) een kwaliteitswet. Het doel is enerzijds de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen en te bewaken en anderzijds de patiënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen. Een medicus staat in het BIG-register geregistreerd en moet aan kwaliteitscriteria voldoen om geregistreerd – en daarmee bevoegd tot uitoefening van het vrije beroep – te mogen blijven.

Omdat solistisch werkende beroepsbeoefenaren zoals de enkele huisarts met één assistente niet onder de reikwijdte van de KWZ vallen, bevat de Wet BIG een speciaal artikel met bijna dezelfde regels.