Terug naar Euthanasie

Protocol

Voorbeeldprotocol Uitvoeringsregeling Gewetensbezwaarden bij euthanasie

1. Algemeen

Het is een verpleegkundige niet toegestaan een patiënt een behandeling, gericht op het beëindigen van leven, te geven. Tevens is het niet toegestaan, medewerking te verlenen aan het uitvoeren van deze handeling.

Omdat overtreding van dit laatste nimmer aanleiding heeft gegeven tot strafvervolging, en de bereidheid bij sommige verpleegkundigen duidelijk aanwezig is om die medewerking wel te verlenen, is er een klimaat ontstaan waarbij medici, leidinggevende verpleegkundigen en collega-verpleegkundigen er van uitgaan dat meewerken aan de voorbereiding van euthanasie tot het gewone verpleegkundige handelen behoort.

Hierdoor kunnen verpleegkundigen die deze medewerking niet willen verlenen, in een voor hen ongewenste situatie verzeild raken.

2. Definities

2.1 Gewetensbezwaarde

Onder gewetensbezwaarde wordt verstaan diegene, die het verrichten van bepaalde handelingen, waartoe hij binnen de door hem verrichte functie verplicht kan worden, niet in overeenstemming kan brengen met zijn persoonlijke, godsdienstige of andere levensovertuiging.

2.1.1

Voor ‘verpleegkundige’ kan ook een (zieken)verzorgende gelezen worden.
Voor ‘patiënt’ kan ook bewoner of cliënt gelezen worden.

2.2 Erkende gewetensbezwaarde

Een gewetensbezwaarde die van (bijvoorbeeld) de Raad van Bestuur ontheffing heeft verkregen van de verplichting bepaalde handelingen te verrichten.

2.2.1

Onder “bepaalde handelingen” als vermeld in art. 2.2 wordt verstaan het verrichten van de volgende werkzaamheden c.q. het assisteren daarbij, wanneer de toepassing van euthanasie de hoofdreden van opname of handeling is:

  • het voeren van het zogenaamde opnamegesprek op de (verpleeg)afdeling en de administratieve verwerking daarvan;
  • het opdracht geven tot één van de in dit overzicht genoemde handelingen
  • het inbrengen van een intraveneuze canule;
  • het klaarmaken van een infuus t.b.v. euthanatica;
  • het oplossen van euthanatica in een infuuszak inclusief alle daar direct mee verband houdende werkzaamheden;
  • het regelen van de druppelsnelheid van het infuus;
  • de verpleegkundige zorg tijdens de toediening van de euthanatica;
  • het transport naar een specifieke kamer ten behoeve van de toepassing van euthanasie;
2.2.2

Onder “bepaalde handelingen” als bedoeld in bovenstaande worden niet verstaan:

het verplegen en verzorgen van de patiënt vóór de euthanasie met uitzondering van de onder 2.2.1. genoemde handelingen;
het verzorgen van de overledene nadat de euthanasie heeft plaatsgehad;
het transport van de patiëntenkamer naar het mortuarium;

2.2.3

Alle hier niet genoemde handelingen worden niet beschouwd als “bepaalde handelingen” als bedoeld in art. 2.2.1., tenzij de (bijv.) Raad van Bestuur, gehoord de OR, hiertoe alsnog besluit.

De beoogde gewetensvrijheid:

a. geldt zowel voor medisch alsook voor verpleegkundig en ander personeel;
b. doelt zowel op situaties waarin iemand in het algemeen principiële bezwaren tegen euthanasie heeft als op situaties waarin dit een bepaald individueel geval of bepaalde categorieën van gevallen betreft;
c. slaat ook op het verwijzen naar een andere arts of inrichting, waar eventueel wel de bereidheid aanwezig is levensbeëindigend te handelen; ook daartoe is niemand verplicht;
d. is een universeel recht, waarvan ook niet bij arbeidsovereenkomst kan worden afgeweken;
e. en beschermt degene, die er een beroep op doet, tegen ontslag.

Uit heel de wet blijkt in het bijzonder dat het bij levensbeëindiging niet om een ‘normale’ medische ingreep als iedere andere gaat.

Deze conclusie is ook van belang met het oog op open mogelijkheden voor de verdere loopbaan van verpleegkundigen.

Wanneer de euthanasie eenmaal is uitgevoerd en de patiënt is overleden, is er in principe geen bezwaar om de overledene te verzorgen. Het ligt echter meer in de rede om deze laatste verzorging te laten verrichten door die zorgverleners die ook tijdens het leven en met name tijdens de ‘stervensfase’ voor de patiënt hebben gezorgd.

Laatst gewijzigd: juli 2019